Geschiedenis
Het pand op Geeuwkade 1, waarin de bakkerij is gevestigd, is al meer dan een eeuw in gebruik als bakkerij. Alle koopaktes vanaf 1903 zijn nog aanwezig. De wisseling van eigenaren en de daarbij behorende condities waaronder het pand verkocht werd geven een prachtig tijdsbeeld.
1903
De oudste akte, verleden op 16 februari 1903 voor notaris W. Wierda te IJlst, vermeldt de verkoop van “eene huizinge met bakkerij, schuur en erf c.a. te IJlst en eene woning daarnaast”. Johannes Nauta, koopman en fabrikant te IJlst, verkocht de woning aan meester bakker Foeke Troelstra eveneens wonende te IJlst. Nauta was op 18 mei 1891 eigenaar geworden van de bakkerij, gezien de akte verleden voor notaris Benthem Reddingius te IJlst. De woning had hij op 27 september 1898 via een veiling gekocht. Van straatnamen was destijds nog geen sprake. De locatie werd daarom aangeduid als “staande en gelegen onmiddellijk aan den rijdweg en het grootscheepsvaarwater nabij de Stadsdraaibrug te IJlst. Het pand was bezwaard met een jaarlijkse retributie van een gulden, verschuldigd aan de Gemeente IJlst voor het hebben van het recht van reed en pad over de toegang van het gemeenteland vanaf de Stadslaan naar en van zijn eigendommen. Deze betaling eindigde in 1929 door het afkopen van dit recht voor 10 gulden door de toenmalige eigenaar. De bakkerij werd door Troelstra gekocht voor ƒ 2.850,00 en de woning voor ƒ 350,00. De aanvaarding was zoals in die tijd gebruikelijk op de “alde maaie” 1903 oftewel op 12 mei. Getuigen bij het passeren van de akte waren Rienk Hiemstra, politieagent en Dirk Molenaar, notarisklerk, beide wonende te IJlst. Foeke Troelstra heeft 26 jaar lang de bakkerij bestierd.
1929
In mei 1929 wordt “eene huizing, waarin bakkerij met voor- en achtererf c.a.” verkocht voor ƒ 12.000,00 aan Fedderik Kamstra, bakker, wonende te Westergeest. Verkoper was Johannes Bartholdij Troelstra, bedrijfsleider te IJlst, mede-eigenaar, optredende mede namens zijn vader Foeke Troelstra, bakker te IJlst en als lasthebber van:
- Johannes de Boer, opzichter-tekenaar bij de Spoorwegen te Utrecht (handelende als hoofd en bestuurder der wettelijke gemeenschap van goederen, bestaande tussen hem en zijn echtgenote Sjoerdtje Troelstra);
- Johannes de Boer, opzichter-tekenaar bij de Spoorwegen te Utrecht (handelende als hoofd en bestuurder der wettelijke gemeenschap van goederen, bestaande tussen hem en zijn echtgenote Sjoerdtje Troelstra)
- Mejuffrouw Gelfke Troelstra te IJlst
- Wijbren Kromhout van der Meer, elektricien te Joure, gehuwd met Johanna Troelstra
- Mejuffrouw Elbrich Troelstra te IJlst
- Johannes Hermanus Doodkorte, deurwaarder te Sneek (handelende in zijne hoedanigheid van tijdelijk voogd over de minderjarige Michiel Troelstra te IJlst, geboren uit het huwelijk bestaand hebbende tussen Foeke Troelstra en nu wijlen zijne d.d. 26 mei 1927 overleden echtgenote Pietje Nauta)
Kamstra kocht woning, bakkerij , voor- en achtererf met uitzondering van een steeg, welke in gebruik was bij mejuffrouw Wierda en een daarbij aansluitend gedeelte van het achtererf. Een en ander was op het terrein al afgescheiden door “een stek”. Dit gedeelte bleef eigendom van van verkopers. In de akte waren enkele speciale bepalingen en bedingen opgenomen. Een dele van het erf werd belast met een erfdienstbaarheid van waterhalen van één of twee emmers regenwater per dag uit de regenwaterbak op het aan Kamstra verkochte erf. Deze erfdienstbaarheid zou vervallen op de dag waarop het heersende perceel aangesloten zou worden op de waterleiding. Bovengenoemde steeg werd op 15 oktober 1929 aangekocht door de naast/achter de bakkerij wonende Joltje Nijdam. In een overeenkomst van 16 oktober 1929 werd door Kamstra aan Nijdam ter bede en tot wederopzegging het recht verleend om in een door Nijdam onmiddellijk tegen het erf van Kamstra aan te bouwen hok beneden de door het Burgerlijk Wetboek aangegeven hoogte van 2 meter met 2 vaste ramen voorzien van “ondoorzichtig” glas, welke nooit geopend mogen worden.
1930
Kamstra heeft weinig plezier beleefd aan de bakkerij met woning, want eind 1930 werd hij failliet verklaard, waarop hij het pand verliet en naar Leeuwarden vertrok. Curator werd Mr. de Haan te Sneek. Op 3 december 1930 werden woning, winkel, bakkerij en inventaris publiekelijk verkocht. De eerste zitting werd gehouden in het café van A. Veenstra te IJlst. De koper van woning en bakkerij moet verplicht de inventaris overnemen die bestaat uit:
- Taartblikjes, eierklopper, 12 speculaasvormen, beschuitsnijder, beschuitblikken, baktoog, ovenlamp, tobben, 2 asvaten, deegrollen, zeven, oliesnip, 13 bakplaten, karretje, schop en een ovenwisser. Vast overnamebedrag ƒ 75,00
- De kneed- en mengmachine in de bakkerij en het kippenhok met loop op het achtererf moeten ƒ 100,00 opbrengen
- De raamhorren en jaloezieën samen ƒ 25,00
Buiten de koop blijven alle lampen met toebehoren, vloerzeilen, de haard in de woonkamer, een fornuis in de bakkerij, gordijnen, overgordijnen en vitrages met stokken, garnituren en verder toebehoren. Op 17 december vond in café A. Veenstra de finale toewijzing van de bakkerij en woning plaats. Voor het bedrag van ƒ 8.110,00 werd de heer Jelle Johannes Bosma , wonende te Kollum, eigenaar. Als mondeling lasthebber (stroman) trad de heer Jan Timmer, assistent bij de Belastingen, wonende te Kollum, op. De akte werd door notaris Maseland te Sneek opgemaakt met als getuigen de heren Uiltje Reitsma, koopman te IJlst en Durk Jaarsma, oproeper, te Sneek. Bakker Bosma slaagde er wel in de bakkerij te exploiteren, ruim 34 jaar heeft hij hier gewerkt. Op 7 december 1964 werd bij notaris Galema te Sneek de akte van verkoop gepasseerd. Verkopers waren:
- Mevrouw Hilda Geertruida Timmer, niet hertrouwde weduwe van Jelle Johannes Bosma , mede namens
- Sjoerd Jan Tjacob Bosma, leraar te Balk
- Catharinus Bosma, boekhouder te IJlst
- Bauko Bosma, scheepsbouwer te Sneek
- Catharina Janni Bosma, kantoorbediente te IJlst
1964
Koper is Marten Walsweer, bakker, wonende te IJlst. Gehuwd met Boukje Leenstra. Hij betaalde voor het woon- en winkelhuis met erf aan de Geeuwkade 1 te IJlst ƒ 25.000,00. Verder wordt in de akte verwezen naar een akte, houdende uittreding uit de vennootschap onder firma ‘Centrale Bakkerij IJlst’, gevestigd te IJlst op 28 december 1960, in welke akte vermeld wordt:
“Voorts verbinden zij zich (verkopers in deze) om bij vervreemding, toedeling bij scheiding, verhuur, afstand in gebruik of eigendom in welke vorm ook van het geheel of gedeelte van de thans door hen bewoonde bakkerij te bedingen en in de akte van overdracht op te nemen de bepalingen: dat in dit pand (het bij deze verkochte perceel) geen bakkersbedrijf in de ruimste zin genomen mag worden uitgeoefend gedurende het bestaan of voortbestaan van deze vennootschap, tenzij in opdracht en voor rekening van deze vennootschap. Bij overtreding van deze bepaling zullen de betrokkenen door de enkele daad der overtreding in gebreke zijn, zonder dat een nadere ingebrekestelling zal nodig zijn en zal zonder meer een boete zijn verbeurd ten behoeve van de andere vennoten, door hen onderling te verdelen van vijfentwintig duizend gulden zoals in artikel 4 van voormeld vennootschapscontract is bepaald, onverminderd het recht van deze laatstgenoemden om bovendien schadevergoeding te vorderen van alle schaden, kosten en interessen.”
1971
Bij akte van 21 april 1971 verkoopt Marten Walsweer het woon- en winkelhuis met garage en erf aan de Geeuwkade 1 voor de koopsom van ƒ 43.000,00 aan de heer Jaring de Boer, bakker, wonende te IJlst en gehuwd met Harmke Schraa. De oude rechten en verplichtingen rusten nog steeds op het verkochte namelijk:
- Recht van reed en pad over de toegang naar het gemeenteland vanaf de Stadslaan (Stationsweg)
- Ter bede de lichtramen in het hok van naastleger Joltje Nijdam
- De erfdienstbaarheid van waterhalen t.b.v. het aangrenzende perceel
Ook de bepaling omtrent de uittreding uit de vennootschap onder firma “Centrale Bakkerij IJlst” wordt weer opgenomen. Op 6 november 1981 verschenen Gurbe van Brug uit Eindhoven, als lasthebber optredende namens Joltje Nijdam, wonende te Sneek en Jaring de Boer, bakker te IJlst , voor het passeren van de koopakte waarbij Jaring de Boer een perceeltje grond (ca. 36 ca) aan de Stadslaan aankoopt voor ƒ 1.000,00.
1999
In 1999 namen Roelof en Marianne de Boer de bakkerij over van Roelof zijn vader Jaring de Boer. Omdat het interieur net in 1996 was aangepast was hier geen reden voor om dat nu aan te pakken. Wel werden er plannen gesmeed om op de een of andere manier het winkeloppervlak iets te vergroten. Vooral in het weekend blijkt de winkel met veel klanten aan de kleine kant. Ca. 10 jaar later kwamen Roelof en Marianne in de gelegenheid het naastgelegen pand (v/h opslagruimte van Speerstra’s Voordeelmarkt) te kopen. Deze gelegenheid werd met beide handen aangegrepen. Dit pand is nu het woonhuis geworden, zodat de vrijgekomen ruimte plaats kon maken voor een ingrijpende verbouwing. Met nieuwe ovens en koelcel, een vergrootte bakkerij en een winkel voorzien van alle gemakken een eigentijdse inrichting, ruim van opzet met behoud van de gemoedelijke sfeer, is dit bakkersechtpaar klaar voor de toekomst.